Holding space is een prachtige Amerikaanse term die we kunnen vertalen als liefdevol ruimte openhouden, zodat iemand anders de weg naar groei of de oplossing van een probleem kan vinden.
We willen onze kinderen zo graag helpen, dat we ze soms in de weg zitten. Als ons kind ‘s ochtends op de fiets stapt voordat ze naar school gaat, zeggen we bijvoorbeeld ‘Doe je voorzichtig?’ Doen kinderen extra voorzichtig omdat wij het zeggen of uiten we hiermee onze zorg?
We mogen ervan uitgaan dat de wijsheid al in kinderen zit. We mogen ze het vertrouwen geven dat we in ze geloven. Want juist door die energie van vertrouwen uit te stralen, geven we ze kracht mee. En niet alleen kracht, ook de energie van onvoorwaardelijkheid. Zo zei een ouder een keer in de workshop bewust opvoeden dat ze gewend was om tegen haar kleuter te zeggen bij het afscheid voor school: ‘Wel lief zijn hè?’ Sinds ze de workshop heeft gevolgd, zegt ze voortaan: ‘Heb een fijne dag lieverd!’
Holding space en emoties
Waar ik veel vragen over krijg, is over hoe je kinderen kan leren omgaan met emoties.
Een emotie is een energy in motion, een energie die door je heen stroomt. Als deze energie vrij kan stromen, kan ze door het lichaam heen stromen. Als er wordt geoordeeld over de emotie, of de emotie wordt afgewezen, dan kan deze niet vrij stromen en heeft het de neiging zich vast te zetten in het lichaam of energieveld. En ook al zeggen we: ‘Je bent niet je emotie’, de emotie stroomt wel degelijk door je heen en het voelt als iets van jou. Emoties fungeren ook als innerlijke kompas. Boosheid heeft bijvoorbeeld een daadwerkelijke functie, namelijk je grenzen aangeven.
Hoe kan je je kind helpen haar emoties te reguleren? Door het praktiseren van holding space, wat in dit geval betekent dat je het niet persoonlijk opvat en er geen oordeel over hebt. Je wil ruimte scheppen zodat je kind zelf de weg kan vinden naar het reguleren van haar emoties.
Je helpt je kind het beste als je je niet identificeert met emoties (of gedrag) van je kind. Je vat de emotie van je kind niet persoonlijk op. Wanneer je dat wel doet, voel je dat je geraakt wordt. Je wordt zelf ook verdrietig, of boos, of gefrustreerd. Onder jouw emoties zitten overtuigingen of emotionele wonden. ‘Emoties zijn niet oké’, bijvoorbeeld. Of als je kind een driftbui heeft: ‘Wat zullen de buren wel niet denken?’
Wanneer je herhaaldelijk geraakt wordt door de emoties van je kind, vraag je dan af wát er precies (aan)geraakt wordt. Onzekerheid over het ouderschap bijvoorbeeld. Je bent geen slechte ouder wanneer je kind huil- of driftbuien heeft. Je bent ook geen slechte ouder als je even niet weet hoe je ermee om moet gaan. Het is voldoende dat je het probeert. Dat je elke dag opnieuw je best doet om meer bewustzijn toe te laten in het contact met je kind.
Het kan ook zijn dat je niet weet waarom je geraakt wordt. Onze mate van gevoeligheid bepaalt of we makkelijk emoties overnemen van anderen. Als je emoties van een ander overneemt, voel je je plotseling onrustig, gefrustreerd, boos of verdrietig. Het is dan niet van jou. Door je dit te realiseren, houd je controle over je emotionele reactie. Je telt van binnen even tot tien en je focust je op je ademhaling zodat je geaard blijft en in het nu. Als je je niet verbindt met de emoties die jouw kind ervaart en daar geen negatieve gedachten aan koppelt, kan je er voor je kind zijn.
Hoe kan je een bijdrage zijn voor je kind? Tijdens een driftbui van je kind hoef je bijvoorbeeld alleen maar te zorgen dat ze zichzelf of anderen geen pijn doet en dat ze niks stuk maakt. Je hoeft het niet te stoppen of op te lossen. Laat de emotie maar zijn. Wanneer de emotie is afgezwakt, kan je voor de volgende keer dat het gebeurt samen op zoek gaan naar een manier om de boosheid eruit te laten komen. In een kussen slaan bijvoorbeeld, een rondje hard rennen om het huis of een fijn hoekje vinden met een lievelingsknuffel. Vervolgens kan je kijken wat bepaalde emotionele reacties in de hand werkt. Vaak is er sprake van overprikkeling, vermoeidheid, behoefte aan eten of drinken, maar het kan ook simpelweg een reactie zijn op een gestelde grens vanuit de ouder.
Wanneer je je niet identificeert met gedrag en emoties van je kind, kan het gedrag en de emoties vanzelf voorbij gaan. Alles is vergankelijk. Alles is altijd in beweging. We saboteren als het ware de natuurlijke stroom door er iets van te vinden, het te willen fixen of door zelf mee te lijden.